Een lintje voor onze jongens
In 2010 bereikte het Nederlands voetbalelftal voor de derde keer de finale van het Wereldkampioenschap. Ondanks het verlies werden de voetballers bij terugkomst toch binnengehaald als nationale helden. De Nederlandse regering ontving het team op het Catshuis en benoemde aanvoerder Giovanni van Bronckhorst en trainer Bert van Marwijk tot Ridders in de Orde van Oranje-Nassau. De minister-president prees de teamgeest van de Nederlandse ploeg en roemde Van Bronckhorst om zijn bescheidenheid en onverzettelijkheid. Met een helikopter vloog het team naar een volgestroomd Museumplein, waar artiesten als Gerard Joling, Guus Meeuwis en Armin van Buuren optraden. Ruim 700.000 mensen juichten daar ‘onze jongens’ hartstochtelijk toe.
Met de viering van een kampioenschap geven Nederlanders niet alleen uiting aan hun sportieve vreugde, maar ook aan hun nationalisme. Ze voelen zich op een speciale manier verbonden met het Nederlands elftal, mensen van ‘hun soort’ die iets bijzonders hebben gepresteerd. Opmerkelijk, want ze kennen deze sporters niet en ze zullen hen waarschijnlijk nooit ontmoeten, maar ze delen met hen een gezamenlijke geschiedenis, taal en cultuur. Het is alsof de Nederlandse prestatiedrang en nuchterheid voor de overwinning hebben gezorgd en iedere Nederlander daar trots op mag zijn. De laatste jaren bloeit het nationalisme niet alleen in het voetbal, maar ook tijdens Koningsdag of op 5 mei. Ook het kijkcijferkanon Ik hou van Holland met Linda de Mol en het succesvolle ‘oer-Hollandse’ merk Unox zijn symptomen van de opmars van het nationalisme.
Het nationalisme is ontstaan in de romantiek.
Doen wat je voelt
Gevoelens lijken in de maatschappij steeds vaker centraal te staan. Werk moet bijvoorbeeld ‘uitdagend’ of ‘leuk’ zijn, werknemers willen zichzelf ontplooien en zoeken functies die ze nog niet eerder hebben gedaan. Werkgevers spelen hierop in met functioneringsgesprekken, trainingen en loopbaanbegeleiding, want een intrinsiek gemotiveerde werknemer is productiever dan een die alleen werkt voor status of geld. Een succesvolle manager die voor minder geld een interessante baan neemt waarin hij ‘zichzelf kwijt kan’, oogst bewondering: liever wat minder verdienen als daar uitdagend werk tegenover staat. Daarnaast is de sfeer op het werk belangrijk: hoe gaan collega’s met elkaar om, hebben mensen wat voor elkaar over? In het privéleven zijn gevoelens zo mogelijk nog belangrijker: relaties met partners en vrienden staan centraal en geven voor veel mensen zin aan het bestaan. Aan de andere kant wordt vriendelijk doen tegen iemand, alleen omdat die iets voor je kan betekenen, in het algemeen als hypocriet beschouwd.
Ooit was dit volledig anders. Voor de opkomst van de romantiek was het de bedoeling dat gevoelens juist onderdrukt werden, ze zouden afleiden van het deugdzame pad en zo een gevaar vormen voor de stabiliteit van de maatschappij. De katholieke kerk bedacht daarom de zeven hoofdzonden: hoogmoed, hebzucht, jaloezie, wellust, onmatigheid, woede en gemakzucht. Daarentegen lijken in onze huidige maatschappij gevoelens soms wel het belangrijkste in het leven. Is een leven zonder mooie sensaties en ervaringen het nog wel waard om geleefd te worden?
Sinds de romantiek staan gevoelens en ervaringen centraal in het leven.
Een authentiek uiterlijk
In 2009 eindigde de relatie van zangeres Patricia Paay met ondernemer Adam Curry door zijn affaire met de actrice Mickey Hoogendijk. Niet veel later poseerde Paay in de Playboy, misschien wel als wraak, om te laten zien hoe aantrekkelijk ze nog was. Met haar zestig jaar was ze het oudste model dat ooit op de cover van het blad had gestaan. In een uitzending van het televisieprogramma De Wereld Draait Door zat ze tegenover cabaretier Theo Maassen, een ontmoeting die uitliep op een botte confrontatie. Paay moest volgens Maassen maar eens accepteren dat ze ouder werd, haar reportage in de Playboy deed hem denken aan necrofilie. Paay liet de grove belediging als een diva langs zich heen glijden en verdedigde zich door te zeggen dat iedereen zelf moest doen wat hij wilde, daarbij toespelingen op het gebruik van cosmetische chirurgie ontwijkend. Cosmetische chirurgie roept weerzin op, het zou het lichaam van plastic maken en een verspilling van geld zijn. Feministes vinden dat reclames met gefotoshopte modellen vrouwen onder druk zetten om iets aan zichzelf te laten doen. In een toekomstige wereld waarin de meeste vrouwen hun toevlucht nemen tot cosmetische chirurgie, is achterblijven geen optie. Vrouwen moeten zich daarom verzetten tegen de druk die commerciële bedrijven op hen uitoefenen. Het is belangrijk om jezelf te blijven, authentiek, zoals de natuur het bedoeld heeft.
Authenticiteit, ‘jezelf zijn’, een van de belangrijkste hedendaagse waarden, is een ideaal uit de romantiek.
Ambachtelijk brood
De grootste supermarktketen van Nederland verkoopt brood ‘met liefde en passie als enige toevoeging’. Op de verpakking kneden blote bakkershanden een klomp deeg en in een sierlijk handschrift is bijgeschreven: ‘Ambachtelijk en puur natuurlijk brood op basis van desem, met authentieke tarwerassen, water, gist en zout. Met liefde, passie en respect voor tradities is het deeg op ambachtelijke wijze bereid. Echte bakkers hebben het deeg afwisselend gekneed, laten rusten, en opnieuw gekneed.’ De onderneming speelt in op de al decennialang toenemende vraag naar ambachtelijke en biologische producten. Het bedrijf heeft daartoe zelfs een huismerk ‘Puur en Eerlijk’ ingevoerd.
Natuurlijk is gezond. Allerlei kunstmatige toevoegingen aan ons eten zijn verdacht, ook al zijn ze nog zo uitgebreid getest en goedgekeurd. Traditionele, ambachtelijke kennis van voedsel, doorgegeven van generatie op generatie, zou een betere garantie voor gezond en lekker eten zijn dan de moderne levensmiddelentechnologie. Deze kweekt met genetische manipulatie nieuwe tarwerassen die wel een hoge opbrengst hebben, maar volgens veel mensen minder lekker smaken dan oude, authentieke rassen.
De waardering voor het natuurlijke en het ambachtelijke is romantisch.
Johnny Depp
Woeste lokken die nonchalant in het gezicht hangen, een losjes openstaande blouse, exotische sieraden die een zekere tegendraadsheid verraden en een rebelse flair. Dat is de uiterlijke verschijning van Johnny Depp, de populaire antiheld die vrouwen- én mannenharten sneller doet kloppen. Depp speelt vooral excentrieke personages, figuren die buiten de maatschappij staan in films als Edward Scissorhands (1990), Fear and Loathing in Las Vegas (1998) en Pirates of the Caribbean (2003). Privé staat hij eveneens bekend om een grensoverschrijdend leven met drank, drugs en relaties met onstuimige vrouwen als Kate Moss en Winona Ryder. Johnny Depp speelt vrijwel altijd een anti-held, net als James Dean of Brad Pitt. Deze is niet rijk of in het bezit van een hoge maatschappelijke positie, maar hij is wel vrij en onafhankelijk. Hij heeft geen baas waaraan hij verantwoording hoeft af te leggen, hij kan doen en laten wat hij wil en dat is iets om trots op te zijn. Dit geldt niet alleen voor filmsterren, maar ook voor jongeren in jeugdculturen als skaters, gothics en hipsters. Ook hier zetten jongeren zich af tegen de gangbare norm en willen daarmee iets van zichzelf uitdrukken.
Dit alles zou niet mogelijk zijn geweest zonder Lord Byron, een van de grootste romantische Britse dichters, een rebel avant la lettre en de allereerste popster uit de westerse cultuur, compleet met hysterische groupies. Byron maakte als eerste van zijn eigenzinnigheid een fenomenaal succes.
Johnny Depp en de hedendaagse jeugdculturen zijn niet mogelijk zonder de romantiek.